maandag 26 oktober 2015

God where are you? {Handelingen 16:27}

Ik was een jaar of vijf. Het was acht uur 's ochtends. Kleren aan, tanden gepoetst, brood gegeten, jas aan en klaar om naar school te gaan. En toen brak de paniek uit. Waar. was. mijn. tas.? Mama had de spullen er in gedaan, maar ik wist niet meer waar ik mijn tas gelaten had. En ik wist dat mijn moeder niet zou zoeken, aangezien ik al-tijd mijn spullen kwijt was. Dus ik ging als een malle aan het zoeken in de gang. Totdat ik voorbij de spiegel liep en plots stilstond. Langzaam krulden mijn lippen omhoog. Aha! Daar is tie! Veilig op mijn rug. Al de hele tijd bij mij, terwijl ik niet voelde dat hij op mijn rug zat. Terwijl ik niet niet meer wist dat ik hem omgedaan had.

Het was Gods bedoeling dat ze hem zouden zoeken
en hem al tastend zouden kunnen vinden, 
aangezien hij van niemand van ons ver weg is. 
{Handelingen 17:27}

God waar bent u? Waarom lijkt het alsof ik tegen een plafond aanpraat? Waarom worden de problemen alleen maar groter en grijpt U niet in? Waarom?? 
Het zijn misschien wel bekende vragen. Problemen stapelen zich maar op, je wordt geplaagd door de nare scenario's, en God lijkt stil en ver weg. 
Acts 17:27 His purpose was for the nations to seek after him and perhaps feel their way toward him though he is not far from any one of us.:
Dan hoop ik dat deze woorden een plekje bij je mogen vinden. God is niet ver weg. 
'Ja', zul je zeggen, 'dat weet ik wel, maar dat was toen, toen was God dichtbij en nu niet meer'. 
Laten we dan terug gaan naar dat moment dat je God wel voelde en ervoer. Wat maakte dat God dichtbij was? En wat is er toen gebeurd? Was je je bewust van Zijn aanwezigheid? 
Ik was mij niet bewust van de rugzak op mijn rug, omdat ik dat elke ochtend braaf op mijn rug deed. De bewustwording nam af en toen was daar de paniek: kwijt! 
God is niet ver weg. Hij is dichtbij. En soms wordt dat zo normaal in ons leven dat we Zijn aanwezigheid niet meer opmerken, tot het moment dat we ineens merken hoe ver wij van Hem zijn afgedwaald. 
God is een God van nabij. God laat zich vinden. Zelfs als je tast, dan zul je Hem vinden. Ik vond mijn tas in daglicht met een spiegel. Maar God laat zich vinden in de donkerte, als je geen vinger meer voor je ogen kunt zien. Dan is Hij daar en Hij pakt je tastende vingers en grijpt je vast. 
Zoek jij Hem? Vraag jij naar Zijn aanwezigheid? Ben je actief en bewust bezig? Wat heb je te verliezen? Pak Zijn hand en laat je vullen met Zijn volmaakte vreugde!

Tot nu toe hebben jullie niets in Mijn Naam gevraagd,
maar vraag het en je zult het ontvangen. 
Dan zal je vreugde volmaakt zijn. 
{Johannes 16:24} 

Vind je het lastig om God te vragen voor Zijn nabijheid? Bid dan psalm 13 mee:

zondag 4 oktober 2015

La Luna


Een aantal jaar geleden zag ik dit filmpje op een jeugdleidersconferentie. Het filmpje op zichzelf vond ik prachtig, maar ook de diepere laag die erin zit raakte mij.
Het filmpje werd in verband gebracht met de kerk en jongeren. Nu ik dit filmpje zo weer kijk komen er allerlei vragen in mij op.
* Wordt er van de jongere verwacht dat het precies zo is en gedraagt zoals de generatie die al ingewijd is in de kerk? Welk signaal geven we daarmee af?
* Het jongetje in de film verwonderd zich steeds over wat er gebeurd, maar dat is van korte duur want de generatie die al bekend is weet wat er moet gebeuren. Is er nog tijd voor verwondering? Rust voor uitleg? En weten we wel wat er uitgelegd moet worden?
* Zijn alleen die hulpmiddelen geschikt die wij kennen en waar wij mee vergroeid zijn?
* Hebben wij de durf om te stoppen met ruziemaken en de nieuwe generatie zijn of haar inbreng te laten hebben? En durven we die inbreng dan ook te waarderen?

Het zet mij zo aan het denken..

donderdag 1 oktober 2015

Leefregels {Romeinen 7:10}

Het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek juist tot mijn dood te leiden. 
{Romeinen 7:10}

Het gebod dat tot leven had moeten brengen... Maar hoe dan? Hoe kan een gebod leven brengen? Dat brengt toch alleen maar misstappen en veroordeling?
Ik merk om mij heen dat regels steeds minder serieus genomen worden, want we weten zelf wel wat goed voor ons is en die regels sluiten daar niet bij aan. Zelfs in de kerk. De wet voorlezen? Nee, dat hoeft niet meer. Jezus is voor onze zonden gestorven en we moeten dus niet al teveel naar onze zonde  kijken, ze zijn vergeven.
Maar waarom schrijft Paulus hier dan over de wet en over het leven? Is het dan toch nodig?
Een paar jaar geleden las ik een boek dat begon over de wet, ik raakte ervan onder de indruk. De wet is er niet om je te straffen, ze is er om je leven te geven. Ze is gegeven uit liefde, om richtlijnen te geven hoe om te gaan met jezelf en je naaste.
De zonde verdraait het gebod, het zorgt voor verlangens die niet juist zijn. Ze wil je verleiden en laten vallen. Maar als je de geboden niet kent, dan val je makkelijker. Ik geloof dat ook voor ons, mensen van genade, het van belang is om Gods levens regels te kennen. Om in Zijn kracht staande te blijven, geleid door Zijn Geest (hoofdstuk 8).
Lees Zijn regels eens door. Kijk waar jouw valkuil ligt. Bij mij is het het gebod van rust, ik draaf maar door totdat ik niet meer kan. En dat doet God verdriet, want dat brengt geen leven. Daarom greep Hij, nu precies een jaar geleden, in. Hij zette mij stil, vroeg mij om te vechten, om te erkennen dat Hij God is. En nu zit ik hier. Aan de kust deze blog te tikken. Na een jaar durf ik het aan om rust te nemen, even een dagje er tussenuit. Om terug te gaan naar de oorsprong van rust en vrede: Zijn schepping. Om met Hem te wandelen terwijl de golven op het strand rollen en niet langer tegen mijn leven aanbeuken.  
Ik heb mijn levens regel gevonden: zoek rust, Mijn kind, schuil bij Mij, hier vind je wat je nodig hebt, Ik zal het je geven. Leef!

Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!
Moet je door het water gaan – ik ben bij je;
of door rivieren – je wordt niet meegesleurd.
Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren,
de vlammen zullen je niet verschroeien.
Want ik, de HEER, ben je God,
de Heilige van Israël, je redder.
{Jesaja 43}