maandag 2 november 2015

Bergen + belagers = dankdag

"Ik kijk naar de bergen, vanwaar zal mijn hulp komen?"

4 november 2015. Gegrift in mijn geheugen. Misschien niet zozeer die dag, maar wel de conclusie die ik op die dag moest trekken naar aanleiding van een gesprek op die dag. Een conclusie waarvan ik hoopte hem niet te hoeven trekken, maar ik wist ergens dat het onvermijdelijk was. 
Het was een berg waar ik al tijden mee worstelde. Verschillende paden geprobeerd, die veelal om de berg heen liepen, maar niet het gewenste resultaat brachten. 
Toen klonken die woorden van een psalm, die langzaam voorgelezen werden, die dag:
'Ik kijk naar de bergen, vanwaar zal mijn hulp komen?
Te hulp komt mij de Heer, die hemel en aarde heeft gemaakt. 
De Heer zal voorkomen dat je struikelt, 
Hij waakt over je,
nooit verslapt zijn aandacht.'
Ik hoef niet alleen die berg op te gaan, ik ben gezekerd bij God. Zijn ogen houden mijn nauwlettend in de gaten. 
'Leid mij langs mijn belagers, HEER, door uw gerechtigheid,
maak effen de weg die u mij wijst.'
Ja. Ik zal die berg nu op moeten gaan. Ik zal mijn belagers onder ogen moeten komen. Maar nooit zonder God. 
Maar waarom dan? Moet ik dit echt doen, God? Waarom zoveel pijn, waarom die brandende tranen, die niet verder komen dan mijn hart. Kan het niet anders? 
Stilte. Het is Gods antwoord om te zeggen: "Vertrouw mij maar."

November 2015. Ik lees psalm 5 nog een keer: 
'Leid mij langs mijn belagers, HEER, door uw gerechtigheid,
maak effen de weg die u mij wijst.'
Het zijn mijn belagers. Heb ik ze niet zelf op mijn pad geplaatst? Tussen God en mij in? De onwaarheden die ik door de loop van tijd heen ben gaan geloven, in plaats van de waarheid die God over mij spreekt te geloven? 
Er flitst een tekst uit Jesaja door mijn hoofd: 
'Hoor, een stem roept:
‘Baan voor de HEER een weg door de woestijn,
effen in de wildernis een pad voor onze God.
Laat elke vallei verhoogd worden
en elke berg en heuvel verlaagd,
laat ruig land vlak worden
en rotsige hellingen rustige dalen.'
Is dat het God? Deze berg, stond tussen ons in. Deze berg moest bedwongen worden om mij dichter bij God te brengen. Om het pad naar Hem toe vlak te maken. Om rust te creëren, vrede om Hem te ontmoeten. 
Ik begin te lopen, te rennen, te vliegen. Mijn moeten lijk de grond niet meer te raken. En dan ineens, diepe zucht, geweldige euforie, machtig uitzicht. 
Ja, deze berg hoefde ik niet alleen te bedwingen, nieuwe hoop heeft mij kracht gegeven en maakte dat ik niet uitgeput raakte. 
En nu zit ik hier, een jaar verder, gelezen over bergen vragen, geschreven over psalm 121. Maar nog nooit, nog nooit kwam het zo diep binnen. 4 november 2014, een dag van wat mij toen ondergang leek. En nu 4 november 2015 in zicht: dankdag. Hoe wonderlijk. Deze twee dagen vallen samen, van wanhoop naar aanbidding. Ik werp mij aan Zijn voeten, vol eucharisteo: dankzegging dóór alles. 
Ik zie een nieuwe berg, maar weet:
'Waar je ook gaat of staat,
de Heer waakt over je, 
nu en altijd.'

1 opmerking:

  1. Dank je wel voor dit mooie, gelovige en afhankelijke stukje.


    BeantwoordenVerwijderen