Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus,
de grondlegger en voltooier van ons geloof:
denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag,
liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis.
Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God.
{Hebreeën 12:2}
Allereerst wil ik je vragen naar deze foto te kijken en voor jezelf te bedenken wat je ziet:
Toen ik hier vanochtend langsliep viel mij allereerst op hoe bruin en droog het land eruit zag. Dor en ook uitgestrekt, hoe ver zal die droogte zijn? Daarnaast zag ik het bankje staan, leeg. Het nodigt uit om te gaan zitten, maar ook weer niet omdat het uitzicht grauw, grijs en bruin is.
Dan wil ik je vragen naar deze foto te kijken:
Ineens viel mij de blauwe lucht op, wauw, prachtig. En het gras leek wel groener, de bloemetjes leken wel op te springen uit het gras. En achter die plank.. Wat zal daar zijn, nieuwsgierigheid.. Zal ik er onderdoor gaan, overheen of toch er langs..
Beide foto's zijn op hetzelfde moment gemaakt, op een paar minuten verschil. Maar zie je wat voor verschil het maakt vanuit welk perspectief ik de foto's gemaakt heb?
Bij de eerste foto stond ik, keek ik van bovenaf, dacht ik overzicht te hebben over wat voor mij lag.
Bij de tweede foto zat ik op mijn knieën. En verwonderde ik mij over wat ik zag. De blauwe lucht en het groene gras.
Vanuit welk perspectief kijk jij? Ik heb snel de neiging om van bovenaf te kijken, zelf te organiseren, zelf te regelen, ik zie toch prima?
Maar meer en meer besef ik dat de beste plek die op mijn knieën is. Vol verwachting kijken naar wat ik zie. Vol verwachting naar de hemel, naar wat God mij zal geven. Sinds ik dit besef is er veel meer rust en vrede in mij. Het is ook eng, hoe leg ik mijn leven in Gods handen en laat ik het daar? Maar toch ook: met dit vooruitzicht, deze verwondering, dan wil ik toch niets liever?
En dan kom ik terug bij de tekst uit Hebreeën. Een tekst die mij laatst voorgelezen werd en op dat moment werd de nadruk op een ander stukje gelegd, maar meer en meer voel ik mij verbonden met vers 2. Mijn blik richten op Jezus, want Hij heeft het volbracht. Ik moet niks meer, ik hoef niks meer. Ik mag mijn blik richten op mijn Redder en Voltooier en ik mag vertrouwen dat het goed komt, nee, het is al goed.