Vorige week werd Hemelvaart gevierd. Een feest, waar ik eerlijk gezegd, niet zoveel mee heb. Natuurlijk moest het gebeuren, maar eigenlijk zegt het mij -nog- niet zoveel. (misschien tijd om mij daar in te gaan verdiepen)
Die donderdagochtend werd er een stukje gelezen uit Handelingen over de Stefanus. Stefanus was een leerling van Jezus en hij deed grote wonderen door Gods genade. De leiders van het volk konden hem na verloop van tijd niet meer zien of luchten. Dus pakten ze hem op en veroordeelde hem tot steniging. En juist dat laatste stukje, over de steniging van Stefanus, pakte mij. En het kwam de afgelopen dagen een paar keer weer in mijn gedachten, omdat ik er over na móést denken.
Toen ze dit hoorden, ontstaken ze in woede en begonnen te knarsetanden. 55 Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond, 56 en hij zei: ‘Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat.’ 57 Maar ze schreeuwden en tierden, hielden hun handen voor hun oren en stormden met zijn allen op hem af. 58 Ze dreven hem de stad uit om hem te stenigen. De getuigen gaven hun mantel in bewaring bij een jongeman die Saulus heette. 59 Terwijl Stefanus gestenigd werd, riep hij uit: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’ 60 Hij viel op zijn knieën en riep luidkeels: ‘Heer, reken hun deze zonde niet aan!’ En na deze woorden stierf hij. (Handelingen 7:54-60, www.biblija.net)
Ik weet niet wat dit stukje bij jou doet. Maar ik heb grote bewondering gekregen voor Stefanus. Verschillende mensen uit de Bijbel ken ik, met hun verhaal vaak. Van Stefanus wist ik niet veel, maar ik denk dat ik hem niet zo snel zal vergeten vanaf nu.
Stel je voor. Jij bent ergens goed in en daar waar je goed in bent doe je ook, met veel liefde, plezier en toewijding. Er zijn mensen in je omgeving die toekijken hoe jij daarmee omgaat en hoe je dat allemaal doet. Ze kunnen er niet over uit dat jij met jouw talent(en) mensen bereikt, raakt, misschien wel veranderd. Elke keer dat ze jou weer zien beginnen ze steeds heftigere kotsneigingen te krijgen. (misschien herken je dit wel naar een ander persoon) Het irriteert ze, ze haten je en ze weten één ding: die persoon moet weg! Je krijgt een heel proces voor je kiezen, waar je volledig in je recht staat. Toch zijn ze van mening dat je de doodstraf verdiend. Het oordeel is geveld, jou wacht de doodstraf.
Je staat daar, vlak voor het moment dat jouw einde nadert. En wat zeg je? 'Heer, reken hun deze zonde niet aan!'
Mensen kunnen je geweldig pijn doen. Het is zo logisch en menselijk om ze dat kwalijk te nemen, om ze terug te willen pakken. Maar Stefanus laat mij hier zien hoe het anders moet, nee, niet kan, het moet! Bitterheid en wrok naar andere mensen toe kan dodelijk zijn. Ik vind het eigenlijk een soort van zelfmoord. Ik heb zelf gemerkt hoeveel het je kan beperken en zelfs van God af kan houden. Toen ik gister een preek hoorde over de Barmhartige Samaritaan, wist ik beter en wist ik wat God wilde met dit stukje. God wil dat ik de mensen vergeef die mij -veel- pijn hebben gedaan. En misschien, terwijl je die zin van vergeving uitspreekt, lijkt het alsof jezelf gestenigd wordt. Maar weet dat je bevrijdt wordt en dat de plek van wrok en bitterheid gevuld zal worden met Gods genade.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten