Wie naar hem opzien, stralen van vreugde,
schaamte zal hun gezicht niet kleuren.
Psalm 34:6
Ik vind het heerlijk om op het station of op het terras mensen te observeren. De gezichten van mensen en de houding van mensen vertelt zoveel. Sommige mensen zien er intens moe uit, anderen stralen van oor tot oor.
Er zijn van die dagen bij dat je naar iedereen vriendelijk lacht en doet alsof het allemaal geweldig is. Diep in je hart weet je wel beter. Het hart schreeuwt het uit van pijn en verdriet, maar dat is niet iets voor de buitenwereld. Ik betrap mij er zo vaak op dat ik denk dat het beter is om het zelf op te lossen, totdat ik weer besef hoeveel kracht er uit gaat van het samen bidden om datgene wat je kapot maakt. Dat is niet het enige wat ik besef. Ik besef dat ik zonder God niet kan bestaan. Ik zou echt niet weten wat ik zonder God zou moeten. Misschien eng, want ben ik dan zo afhankelijk? Of is het juist mooi? Dat ik mijn zorgen in Zijn handen mag leggen. Het is zomaar een vraag die in mij op komt. Maar ik weet wel dat die afhankelijkheid mij niet ineens een leven geeft zonder zorgen. Gelukkig niet. Hoeveel pijn er ook is geweest, ik heb een heleboel geleerd. Ik heb God gevonden op een donkere, eenzame plek. Op die plek bracht God licht. En dit soort momenten dat ik God ervaar in mijn leven, dan komt er een brede glimlach op mijn gezicht. Ik hoef mij geen zorgen te maken -al doe ik het wel-, God is er om die zorgen op zich te nemen. Hij wacht op jou, met je rugzak vol, om hem te legen en je gezicht te laten stralen van vreugde. Hoelang wacht jij nog?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten