donderdag 13 juni 2013

Uw genade is mij genoeg {Jeremia 3}

Als je hoofdstuk 2 leest van Jeremia dan denk je vast dat er geen redding meer is. Dat was in ieder geval mijn gedachte. Wat een ellende doen we onszelf aan. Waarom laten we ons zo afleiden door hebbedingetjes die uiteindelijk niets waard zijn. Die ervoor zorgen dat wij onze aandacht daarop richten in plaats van op de Bijbel en God.
Gelukkig is hoofdstuk 2 niet het laatste Bijbelboek en volgt hoofdstuk 3. God laat mij in dat hoofdstuk zien dat ik afhankelijk ben van Hem. Dat Hij zo ontzettend goed voor mij zorgt, onvoorstelbaar goed zelfs. God roept mij op om al dat aardse achter mij te laten, lees maar hoe God vol liefde jou en mij terug roept:
Kom terug, ontrouw Israël – spreekt de HEER –,
dan zal ik mijn woede laten varen,
want ik ben vol genade,
niet eeuwig duurt mijn toorn
– spreekt de HEER.
Erken alleen dat je schuldig bent,
tegen de HEER, je God, in opstand bent gekomen,
dat je overal op zoek ging naar andere goden,
onder elke bladerrijke boom,
dat je niet naar mij geluisterd hebt
– spreekt de HEER.

Wauw, ik krijg er weer kippenvel van als ik dat lees. Ondanks al mijn zonden mag ik terug komen. Het enige wat ik hoef te doen is te erkennen, te belijden dat ik schuldig ben. Daar moet ik niet licht over doen. Want het is heel wat, wat ik fout doe. Gelukkig hoef ik niet bang te zijn, want God is vol genade. In vers 22 zegt God: Ik zal je genezen van je ontrouw. Er is redding, Hij laat mij niet los. En het mooie is, God belooft dat Hij mensen naar Zijn hart, die ons zullen weiden met inzicht en wijsheid. Erken die mensen. En er zal een tijd komen dat alles weer goed komt. Dat noord en zuid één wordt, dat er geen verschil is tussen mensen, dat de plek op de troon ingenomen wordt. En dat vertelt Jeremia ons al, heel veel jaren voordat Jezus kwam. Wauw!


1 opmerking: