Je kan er enorm naar hunkeren: geliefd worden door mensen waar jij om geeft. Alleen gebeurt het niet, alsof er een mes in je hart wordt gestoken. Juist de God van liefde en genade, die jou overlaadt met Zijn oneindige liefde, steeds weer, vraagt hier om geliefd te worden.
Wij weten heel goed wanneer wij iets fout doen. Het erge is, wij weten het maar doen het toch steeds weer. Keer op keer gaan wij met de rug naar God toe staan. En oja, ik heb iets gedaan wat ik niet mag doen.. Snel even sorry zeggen, handen vouwen en klaar maar weer!
Het lijkt net of het volk ook zo doet in Hosea 6. Ze denken dat ze met het boetelied hun zonden ongedaan kunnen maken. Maar zo eenvoudig werkt het niet! God is een God van liefde. Maar Hij weet wat er in ons omgaat. Dus Hij weet ook wanneer wij iets serieus menen en wanneer we het maar-uit-de-lieve-vrede-doen. Hem kun je niet voor de gek houden!
Terug op de liefde die God vraagt. Op zichzelf geen rare vraag. Toch is het wel opvallend. In die tijd was het gewoonlijk om te offeren, iets wat God zelf had ingesteld. Je zou kunnen zeggen: Hij overruled zichzelf! Hij vraagt iets heel kleins, maar iets heel moeilijks. Liefde. Hij wil dat je meer en meer van Hem gaat leren. Dat jij die relatie met Hem aan gaat. Dat jij Zijn liefde leert kennen en Hem liefde geeft!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten