Elifaz herinnert Job aan zijn woorden en aan zijn leven. Hij zegt: 'Ken je onschuldigen die Hij te gronde richtte?'. Nee, God heeft een reden met Zijn daden. Hij doet niet zomaar iets, onschuldigen straft Hij niet. Maar degene die rampspoed zaait zal het ook oogsten.
De laatste verzen van dit hoofdstuk zijn eigenlijk wel de indrukwekkendste. Er zit een diepe boodschap voor ons in. Wij mensen zijn niet perfect, zelfs de engelen zijn het niet, dus wij zullen het ook 'nooit' worden. Dingen gaan nou eenmaal fout(wat niet wegneemt dat wij ook geen verantwoordelijkheid moeten nemen). Het is voor ons allemaal te hoog gegrepen. Wij stellen bij God niets voor en ook dat heeft Hij niet zonder bedoeling gedaan. Leg alles dus in Zijn Vaderhanden en ik weet zeker dat het begrip vanzelf komt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten