maandag 25 maart 2013

Geraakt

Ze zeiden: ‘Kijk Heer, hier zijn twee zwaarden.’ Maar hij zei tegen hen: ‘Genoeg hierover!’
Hij vertrok en ging volgens zijn gewoonte naar de Olijfberg. De leerlingen volgden hem. Toen hij daar was aangekomen, zei hij tegen hen: ‘Bid dat jullie niet in beproeving komen.’ En hij liep bij hen weg, tot ongeveer een steenworp ver, en knielde daarna neer om te bidden. Hij bad: ‘Vader, als u het wilt, neem dan deze beker van mij weg. Maar laat niet wat ik wil, maar wat u wilt gebeuren.’ Uit de hemel verscheen hem een engel om hem kracht te geven. Hij werd overvallen door doodsangst, maar bleef bidden; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond. Toen hij na zijn gebed opstond en terugliep naar de leerlingen, zag hij dat ze van verdriet in slaap waren gevallen, en hij zei tegen hen: ‘Waarom slapen jullie? Sta op en bid dat jullie niet in beproeving komen.’

Ik was vanmiddag bezig om het Bijbelverhaal voor te bereiden dat ik morgen aan de kleuter zal vertellen. Ik las dit stukje, waar het Bijbelverhaal over zal gaan. Bij wijze van kan ik dit stukje dromen, maar toen ik het voor mijzelf aan het oefenen was om te vertellen aan de kinderen, toen trok mijn aandacht dit stukje.
Hier ervaar ik wat de kracht van het gebed is. En niet alleen in dit stukje uit de Bijbel. Vorige week liep mijn stage niet geweldig. De motivatie was weg, de passie was ver te zoeken. Chaos in mijn hoofd. Ik vroeg mij af waarom ik deze opleiding ook alweer had gekozen, wat leek mij toen zo leuk. Ik kon er niet bij komen. Waarom lukte het niet om te genieten van de kinderen, van de opmerkingen en van de kleine handelingen die het doen. Ik snapte het niet. Dít was het toch? Hier stortte ik mij volledig in? Waar was ik mee bezig?
Zaterdag, bewust gekozen om van alles te doen, behalve school. Ik had mij voorgenomen om het gebrek aan plezier, de kopzorgen die het mij bezorgde bij God te brengen. Ik wist mij er geen raad mee.
Maandag, een geweldige stagedag. Ik geniet weer zoals vanouds. Een heerlijke sportles gegeven aan de kinderen, wat een plezier. Ik kom thuis en pak de Bijbel om het Bijbelverhaal voor te bereiden. Ik lees de woorden die Jezus zegt. Alsof er in mijn hart een antwoord klinkt. Ik focuste mij op andere dingen, op die stomme opdrachten van school, die stomme colleges waar ik mij aan erger. Met die ergernis ging ik mijn stage in. Kapot eigenlijk, teleurgesteld, dit moest het toch wezen? Nu weet ik beter. Ik had één ding moeten doen en dat is God zoeken. Met Hem praten.
De leerlingen zochten niet de kracht in het gebed, ze zochten de kracht van het zwaard. Ze vielen in slaap en toen was het te laat. De opdracht van Jezus was duidelijk: Bid dat je niet in beproeving komt. En of ze werden beproefd, de slaap overviel hen. Ze gaven er aan toe, zoals ik toegaf aan de kopzorgen over de studie. Ze vergaten God om kracht te vragen. Ik kan het toch wel op eigen kracht? Ik kan alles mét Zijn kracht, wat binnen de mogelijkheden ligt die God mij geeft.
Wat een bijzondere voorbereiding op het Bijbelverhaal.. Nu morgen nog droog kunnen vertellen. Ik bid, jij ook?

Vanavond was er een samenkomst om stil te staan in de lijdensweek. Dit lied werd er gezongen, uit de Bachkoralen. Woorden die recht in mijn hart kwamen:

Als ik zal moeten sterven,
laat mij dan niet alleen,
als ik de dood moet erven,
blijf heel dicht om mij heen.
Als ik het aller-bangst ben,
bang om sterk te zijn.
haal mij dan uit mijn angsten, Heer,
door uw angst en pijn. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten